ID.nl logo
Hoeveel lumen heb je nodig voor slimme buitenverlichting?
© Ronstik
Zekerheid & gemak

Hoeveel lumen heb je nodig voor slimme buitenverlichting?

Met slimme buitenverlichting creëer je waar en wanneer je maar wilt de juiste sfeer in je tuin. Hoeveel lumen je nodig hebt om je tuin goed te verlichten, hangt af van verschillende factoren. Welke dat zijn en waar je op moet letten, leggen we je uit in onderstaand artikel.

Je leest in dit artikel in een notendop:

Wat betekent lumen en in hoeverre verschilt dat van het wattage?

Bij een ouderwetse gloeilamp kon je aan de hand van het wattage op de verpakking weten hoe fel een lamp was. Bij (slimme) ledverlichting zegt het aantal watts niet meer zo veel over de helderheid van de lamp. In plaats daarvan wordt tegenwoordig het aantal lumen als maatstaf voor de lichtopbrengst gebruikt. Hoe meer lumen, hoe feller de lichtbron kan. 

Slimme buitenverlichting

Voor elke tuin een oplossing!

Verschillende ledlampen met hetzelfde wattage geven niet altijd dezelfde hoeveelheid lumen. De lichtopbrengst is namelijk afhankelijk van verschillende factoren, waaronder het type led dat wordt gebruikt, maar ook de vorm en de grootte van de lamp. Daarom kun je beter naar de hoeveelheid lumen kijken.

Het wattage van een ledlamp zegt juist iets over het energiegebruik van een lamp. Hoe hoger het wattage, hoe hoger de energiekosten. (Slimme) ledlampen zijn echter een stuk energiezuiniger dan ouderwetse gloeilampen. Het kan dan ook lonen om de laatste gloeilampen (en halogeenlampen) die je mogelijk nog in huis hebt te vervangen door (slimme) ledlampen.

🔴 Ben je benieuwd wat slimme verlichting voor buiten kost? In dit artikel lees je alles over het energiegebruik van slimme buitenverlichting.

Hoe weet je hoeveel lumen een slimme buitenlamp weergeeft?

Fabrikanten vermelden steeds vaker (en prominenter) op de verpakking hoeveel lumen een lamp heeft, zodat je meteen een goed beeld hebt van de maximale helderheid van de lamp. Regelmatig vind je op de verpakking ook met welk wattage gloeilamp het aantal lumen ongeveer overeenkomt. Een gloeilamp van 40 watt heeft bijvoorbeeld een lichtopbrengst van rond de 400 tot 500 lumen, zoals te zien in onderstaand overzicht.

Gloeilamp 15W = 100 tot 150 lumen Gloeilamp 25W = 200 tot 300 lumen Gloeilamp 40W = 400 tot 500 lumen Gloeilamp 60W = 700 tot 800 lumen Gloeilamp 75W = 900 tot 1000 lumen Gloeilamp 100W = 1300 lumen of meer

Hoeveel lumen heb je nodig voor slimme verlichting in de tuin?

Omdat lumen iets zegt over lichtopbrengst, hangt de hoeveelheid lumen die je nodig hebt af van het doel van je slimme tuinlampen. Ook de grootte van het gebied dat je wilt verlichten is van belang. Er is dan ook geen eenduidig antwoord te geven op de vraag hoeveel lumen je nodig hebt. Wel kunnen we je een handje op weg helpen.

Bij functionele lampen heb je doorgaans een lamp met meer lumen nodig dan bij sfeerverlichting. Als het gaat om functionele verlichting, kun je denken aan de lampen bij de oprit of de overkapping. Deze lampen dienen een functie, namelijk dat je genoeg licht hebt om te zien wie er voor de deur staat of om ‘s avonds in de tuin een boek te lezen. 

Ook als je een bepaald onderdeel van je tuin door middel van licht wilt accentueren, zoals een standbeeld of boom, heb je soms meer lumen nodig. Dat is afhankelijk van de grootte van het object. Onder sfeerverlichting verstaan we dan weer een sokkellamp tussen de beplanting of een wandlamp aan de schutting. 

Voor functionele verlichting kom je al snel uit op lampen met 500 tot 700 lumen. Als je een boom of beeld wilt accentueren, denk dan aan een spot met ongeveer 75 tot 100 lumen per meter hoogte. Bij sfeerverlichting heb je in principe een lamp met niet meer dan 250 tot 300 lumen nodig. Plaats je veel sfeerlampen dicht bij elkaar, dan mag dat zelfs nog minder zijn, bijvoorbeeld 100 lumen per lamp. 

De meeste slimme lampen zijn dimbaar, waardoor je in principe ook een lamp met een hoger aantal lumen kunt gebruiken. Een dimbare lamp heeft als voordeel dat je op elk gewenst moment kunt schakelen tussen functionele verlichting en sfeerverlichting. Wel verschilt de minimale helderheid die een lamp kan weergeven per merk en soort. Sommige slimme buitenlampen kunnen dus minder fel dan andere, waardoor ze mogelijk minder geschikt zijn als sfeerlamp.

Om potentiële inbrekers af te schrikken, kun je het best kiezen voor een felle slimme lamp met bewegingssensor, zoals een slimme schijnwerper met meer dan 2000 lumen. Denk bijvoorbeeld aan de Philips Hue Welcome-verstraler in combinatie met een bewegingssensor. Je kunt hiervoor ook aan een slimme camera met ingebouwde lamp denken, zoals van Eufy, Ring of Arlo.

▼ Volgende artikel
Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je alles precies goed op
© zephyr_p
Huis

Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je alles precies goed op

Een nieuwe oven, koelkast of vaatwasser kiezen begint niet bij het design of de functies – het begint met een meetlint. Want hoe mooi of geavanceerd een apparaat ook is, als het nét niet past, zit je met een kostbare misser. Een paar millimeter speling kan het verschil maken tussen een perfect passende keuken en een frustrerende inbouwervaring. Met deze meetinstructies weet je zeker dat je straks niet voor verrassingen komt te staan.

Wil je je inbouwapparatuur tot op de millimeter nauwkeurig installeren, dan is precies meten onmisbaar. In dit artikel lees je over:

• Algemene meetprincipes • Waar je precies op moet letten bij een ⋄ inbouwkoelkast of -vriezer  ⋄ inbouwoven en -magnetron  ⋄ inbouwvaatwasser ⋄ inbouw-espressomachine  • Welke veelgemaakte fouten je moet zien te vermijden • Wat je altijd als laatste moet doen

Ook interessant: Een inbouwkoelkast kopen: waar moet je op letten?

Goed meten is het halve werk

Voordat je aan de slag gaat met meten, is het slim om een paar basisregels aan te houden. Gebruik altijd een betrouwbare rolmaat en eventueel een digitale schuifmaat voor extra precisie. Meet de binnenafmetingen van de nis (dus niet de buitenkant van je keukenkast) en noteer breedte, hoogte én diepte.

Houd daarnaast rekening met de ventilatieruimte: meestal is 2 tot 5 cm aan de achterkant en zijkanten nodig. En check of er ruimte is voor stopcontacten, wateraansluitingen en kabeldoorvoeren – die bepalen vaak óók of het apparaat goed kan worden geplaatst.

©Andrey Sinenkiy

Waar moet je op letten per apparaat?

Elk soort inbouwapparaat heeft zijn eigen eisen en aandachtspunten. Hieronder lees je per type waar je bij het opmeten en installeren specifiek op moet letten. Zo kom je niet voor verrassingen te staan.

Inbouwkoelkast of -vriezer

De hoogte van de nis is hier allesbepalend. Veelvoorkomende maten voor inbouwkoelkasten en -vriezers zijn 88, 140 en 178 cm, maar afwijkingen komen vaak voor. Let op het deursysteem: een sleepdeurmechanisme vraagt meestal om iets meer ruimte in de breedte. Diepte is vaak 55 cm, maar modellen met een ventilator achterop kunnen richting de 60 cm gaan.

Inbouwoven of -magnetron

Standaard? Niet helemaal. De nisbreedte is meestal 56 cm, terwijl het frontpaneel iets breder is (ca. 59,5 cm) voor een nette aansluiting. Hoogtes verschillen: compacte ovens zijn 45 cm hoog, standaardmodellen 60 cm. Magnetrons vragen soms extra ruimte aan de bovenkant voor uitstekende bedieningspanelen.

Inbouwvaatwasser

Hier draait het vooral om hoogte. Die varieert tussen 81,5 en 87 cm, met verstelbare poten voor wat speling. Meet ook de plinthoogte (van vloer tot onderkant kast), en vergeet de watertoevoer niet – reken op zo’n 5 cm extra ruimte in de diepte voor de slang.

Inbouw-espressomachine

Kleiner apparaat, maar niettemin precisiewerk. De breedte is vaak rond de 56 cm, maar de diepte varieert sterk. Let vooral op het waterreservoir (dat tot 55 cm diep kan zijn) en op kleppen of deurtjes die naar voren openen: die hebben extra werkruimte nodig.

©Cristina Villar Martin | Ladanifer

Veelgemaakte fouten die je makkelijk voorkomt

Zelfs met zorgvuldige metingen kan het misgaan, vaak doordat kleine details worden vergeten. Denk aan ventilatieruimte, uitstekende stekkers of leidingen die net in de weg zitten. Een handige tip: plak een strook tape op de vloer op de plek waar de achterkant van het apparaat komt, en markeer waar stekkers en leidingen zitten. Zo zie je snel of er iets in de weg zit.

Ook niet onbelangrijk: controleer of de nis waterpas is! Zeker bij koelkasten met uitschuiflades kan een scheve ondergrond voor problemen zorgen. Pas waar nodig je kast of ondervloer aan voordat je installeert.

Bij renovaties gelden vaak afwijkende maten. Oudere keukens hebben soms dikkere wanden of ongebruikelijke dieptes. Meet dus altijd de huidige situatie én de specificaties van je nieuwe apparaat. Twijfel je? Schakel een keukenexpert in, zeker bij combinaties zoals een oven met magnetron, waarbij elk detail telt.

En tot slot: de allerbelangrijkste stap

Het klinkt als een open deur, maar het voorkomt de meeste problemen: meet altijd twee keer! Schrijf je maten op en leg ze naast de officiële productspecificaties. Let daarbij op details als verstelbare voetjes, uitsparingen voor de deur of een uitschuifbaar bedieningspaneel. Zo weet je zeker dat jouw nieuwe inbouwapparaat niet alleen technisch past, maar ook mooi aansluit bij de rest van je keuken. Want uiteindelijk draait het om één ding: alles moet kloppen – tot op de millimeter.

▼ Volgende artikel
Zo kies je de beste mobiele airco voor je slaapkamer of werkkamer
© Schizarty
Energie

Zo kies je de beste mobiele airco voor je slaapkamer of werkkamer

Als het buiten snikheet is, wil je dat het binnen juist lekker koel blijft. Een mobiele airco helpt daarbij, zeker in kleinere ruimtes zoals een slaap- of werkkamer. Maar hoe kies je het juiste model? 

In dit artikel lees je:
  • Waarom niet elke mobiele airco even handig is voor kleine ruimtes
  • Wat de voordelen zijn van een mobiele airco ten opzichte van een vaste airco in kleine ruimtes
  • Welke soorten mobiele airco's er zijn
  • Wat het juiste koelvermogen is voor een mobiele airco in een kleine ruimte
  • Hoe je een stille mobiele airco herkent
  • Hoe je een energiezuinige mobiele airco kiest

Bekijk ook ➡️ Waar voor je geld: 5 mobiele airco's voor op de slaapkamer

Let op: we hebben het in dit artikel uitsluitend over mobiele airco's en dus niet over vaste airco's. Vaste airco's bevestig je aan de muur, terwijl mobiele airco's verrijdbaar zijn.

Mobiele airco's zijn ideaal voor kleine ruimtes, omdat ze vaak compact zijn, over een lagere koelcapaciteit beschikken (wat in het geval van kleine ruimtes juist gunstig is – zo bespaar je energie en voorkom je dat het te koud wordt in een kleine ruimte ) en je ze makkelijk van de ene naar de andere ruimte verplaatst. Je kunt een mobiele airco bijvoorbeeld nachts in de slaapkamer zetten en overdag in je thuiskantoor; zo heb je altijd verkoeling bij de hand! Op die manier hoef je ook niet twee dure losse apparaten aan te schaffen voor beide ruimtes. Mobiele airco's hebben overigens wel een afvoer naar buiten nodig, dus het apparaat moet altijd bij een raam of deur geplaatst worden. 

Alle mobiele airco's zijn in principe in staat om een kleine ruimte te verkoelen – denk daarbij aan ruimtes tussen de 10 en 25 vierkante meter. Toch kun je beter niet zomaar de eerste de beste mobiele airco kopen: ze zijn vaak behoorlijk prijzig en het zou zonde zijn om veel geld uit te geven aan een model waarvan je de helft van de specificaties eigenlijk niet nodig hebt. Ook wil je van een mobiele airco niet te veel last hebben; je wilt immers ongestoord kunnen slapen of werken. Bij het kopen van een mobiele airco voor een kleine ruimte is het daarom goed om een aantal dingen te overwegen: het type mobiele airco, het koelvermogen, het geluidsniveau en het energieverbruik. 

Soorten mobiele airco's 

Er zijn grofweg twee soorten mobiele airco's: een monoblock en een splitsysteem. Het verschil zit vooral in de manier waarop ze de warme lucht afvoeren. Een splitsysteem bestaat uit een binnenunit en een buitenunit die met elkaar verbonden zijn; de warmte verdwijnt via de buitenunit. Bij een monoblock gebeurt alles in één kast, en voert het apparaat warme lucht af via een slang die je uit het raam of de balkondeur hangt.

Een monoblock is daardoor makkelijker te verplaatsen van de ene naar de andere ruimte. Ook de installatie is eenvoudiger: je hoeft geen buitenunit op te hangen of gaten in de muur te boren. Ze zijn meestal ook goedkoper. Wel maakt een monoblock airco meer geluid, omdat omdat het warmteafvoerproces door de luchtslang deels binnen plaatsvindt. Bij een splitsysteem staat het luidruchtigste deel buiten, waardoor het binnen stiller blijft.

©kucherav

Koelvermogen

Heb je eenmaal gekozen tussen een monoblock of splitsysteem, dan is het volgende punt van aandacht het koelvermogen. Het koelvermogen van een airco wordt aangegeven in BTU, oftewel British Thermal Unit. Voor kleinere ruimtes, denk aan een oppervlakte van zo'n 10 tot 25 vierkante meter, is een vermogen van 7.000 tot 9.000 BTU voldoende. Kijk hier goed naar, want een apparaat met een te hoog vermogen voor een kleine ruimte is zonde van de energie én het geld. Te weinig vermogen is uiteraard ook niet goed, want dit koelt niet voldoende. 

Geluidsniveau

Als je een mobiele airco in de slaap-, werk- of babykamer zet, wil je natuurlijk dat het apparaat niet te veel herrie maakt. Of liever nog: dat-ie compleet stil is. Het geluidsniveau van een mobiele airco is daarom een belangrijk punt om rekening mee te houden. De meeste mobiele airco's produceren maximaal 65 decibel aan geluid. 65 decibel is vergelijkbaar met een drukke winkelstraat of verkeer dat je op de achtergrond hoort. Wil je een echt stil apparaat, kies dan voor een model met een geluidsniveau onder de 55 decibel. Sommige airco's beschikken over een speciale nachtmodus die extra stil is. Monoblock airco's zijn zoals hierboven omschreven over het algemeen luider dan splitsystemen, maar er zijn ook genoeg monoblock modellen die wél over een laag geluidsniveau beschikken. Kwestie van even goed de specificaties bekijken en vergelijken.

©natatravel

Energieverbruik

Airco's staan erom bekend niet bepaald energiezuinig te zijn. Dat geldt zowel voor vaste airco's als voor mobiele airco's, en voor die laatste zelfs nog iets meer. Toch betekent dat niet automatisch dat je jaarlijks bakken met geld kwijt bent als je een mobiele airco in huis haalt. Als je een model kiest met een goed energielabel (A++ of hoger), hou je de energiekosten zo laag mogelijk. Maar een energielabel zegt niet altijd alles, dus vergelijk modellen ook op basis van het jaarverbruik. Voor mobiele airco's in kleine ruimtes wordt een jaarverbruik tussen de 200 tot 400 kWh beschouwd als redelijk zuinig.

Afvoerslang nodig

Voor je mobiele airco?